Je kunt bij ons pensioenfonds zelf de datum kiezen waarop je met pensioen gaat. Dat kan vanaf 5 jaar vóór je AOW-datum tot 5 jaar ná je AOW-datum.
Daarnaast heb je nog een aantal mogelijkheden om je pensioenuitkering aan te passen:
• Deeltijdpensioen
• Eerder of later met pensioen
• Pensioen uitruilen
• Eerst een hoger en daarna een lager pensioen
Deeltijdpensioen
Wil je niet meteen helemaal stoppen met werken, dan kun je bijvoorbeeld voor 2 of 3 dagen in de week met pensioen. De andere dagen blijf je werken. Je kunt 1 keer per jaar het percentage deeltijdpensioen verhogen naar 20%, 40%, 60% of 80%.
Eerder of later met pensioen
Wil je vóór je 68e met pensioen, dan bouw je korter pensioen op. En het wordt langer uitgekeerd. Het bedrag dat je per maand krijgt, wordt daardoor lager.
Wil je doorwerken ná je 68e, dan gaat je pensioen in als je stopt met werken. Dat is uiterlijk 5 jaar na je AOW-datum. Het bedrag dat je per maand krijgt, wordt daardoor hoger.
Pensioen uitruilen
Misschien heb je zelf minder pensioen nodig. Of heeft je partner zelf een goed pensioen. Dan kun je een deel van je ouderdomspensioen uitruilen voor partnerpensioen of andersom.
Partnerpensioen uitruilen
Je partner moet het hier mee eens zijn. Jouw ouderdomspensioen gaat omhoog. Als je overlijdt, krijgt je partner geen of minder partnerpensioen.
Let op: je kunt alleen het partnerpensioen uitruilen dat je vanaf 2002 hebt opgebouwd. Na uitruil mag je ouderdomspensioen niet meer zijn dan 100% van je laatstverdiende loon.
Ouderdomspensioen uitruilen
Er blijft altijd iets voor jezelf over. Als je overlijdt, krijgt je partner meer partnerpensioen.
Het partnerpensioen mag na de uitruil niet hoger zijn dan 70% van het ouderdomspensioen.
Eerst een hoger en daarna een lager pensioen
Je kunt tot aan je AOW-datum een hoger pensioen krijgen en daarna een lager pensioen. Deze keuze voor ‘hoger/lager’ kun je maar één keer maken.
Je laagste pensioenuitkering moet minimaal gelijk zijn aan 75% van je hoogste pensioenuitkering.